LOHC | PASSING SHOT | 66e JAARGANG, NUMMER 1
PASSING SHOT 66 E JAARGANG NUMMER 1 4 1917-1945: VAN OPRICHTING TOT OORLOG Door het hele nummer heen komen LOHC’ers aan het woord die uitgebreid vertellen over een bepaalde periode. Maar als een vereniging honderd jaar wordt, heeft dat gevolgen: bij gebrek aan leden die over de beginperiode kunnen vertellen, dook redactielid Ed Patijn de archieven in. TEKST: ED PATIJN. FOTO’S: BLEUZÉ, LOHC Als je als vereniging honderd wordt, heb je veel historie, maar uit de eerste jaren zijn er geen mensen meer die je kunnen vertellen hoe het allemaal was. Ik blader daarom door een notulenboek, dat wonder boven wonder niet verloren is ge- gaan in al die jaren. Een stapel oude Passing Shots, genereus gedoneerd door een van de leden, ligt naast me. Flarden van geschiedenis komen voorbij, opgetekend in grote ou- derwetse krullen met vulpen of misschien wel kroontjespen. Ik probeer me voor te stellen hoe het was, de geluiden te horen van de kluiten modder en het kletteren van houten hockeysticks met grote krullen. 1904-1917: eerste oprichting In het begin van de vorige eeuw werd in Leiden uitsluitend door leden van het Leidsche Studenten Corps hockey ge- speeld. Er waren de zogenaamde Haarlemse hockeydagen en daar werd door de studenten met hun eigen vereniging regelmatig aan deelgenomen. DOOR DE JAREN HEEN Vanuit het lidmaatschap van de Leidsche Lawn Tennis Club van een aantal van deze hockeyende studenten, ontstond in 1904 het initiatief tot het oprichten van een mixed hockey- club, naast de studentenvereniging. Zowel tennisdames als niet-studerende herenleden sloten zich daarbij aan. Ondanks dat negentig procent van de leden ook lid was van de tennisvereniging, leed de hockeyclub een onaf- hankelijk bestaan. In een weiland naast de tennisbanen van de Posthof werden de wedstrijden gespeeld. De eerste voorzitter was A. Frentzen, de eerste secretaris B. de Jong van Beek en Donk. Er werd veel geoefend, maar deelname aan een competitie is van later jaren. Wel werd er deelgeno- men aan de Waalsdorper mixed-hockeydag in Den Haag en natuurlijk de eigen mixed-hockeydagen, en geoefend tegen de veel sterkere studentenverenigingen. Na het spel werd theegedronken op ‘Posthof’ of in de gastvrije woningen van de damesspeelsters. En natuurlijk waren er de hockeybals. Tijdens een van deze bals werd zelfs met groot succes een LMHC Revue opgevoerd, met daarin onder andere een lied met als refrein: Hockeyhoogtepunt uit die eerste periode is wel het behalen van het kampioenschap van de Tweede Klasse bij de heren in 1912. Helaas promoveerde het team in de play-offwedstrijden niet. Snel daarna namen de hockeyacti- viteiten af, om begin 1914 geheel tot een einde te komen. 1917: het ‘echte’ LMHC Op 18 oktober 1917 werd in een vergadering met grote opkomst in Den Vergulden Turk in Leiden de Leidsche Mixed Hockey Club opgericht door het benoemen van een bestuur onder voorzitterschap van W.H.F. Coebergh. De eerste hande- ling van het bestuur was het houden van een hockeysticksvei- ling die dertig gulden en zeventig en een halve cent opbracht. Het was overigens wel bijzonder dat deze oprichting een succes werd. Immers, de kloof tussen burgers en studenten was nogal groot en om tot een succesvolle vereniging te komen, moesten de handen ineengeslagen worden. De oorlog had waarschijnlijk tot het succes bijgedragen. Men kon niet meer reizen en afleiding, met name bij de jongeren, werd gezocht in de sport. Na korte tijd in drassige weilanden nabij de Posthof te hebben gespeeld, werd overgestapt naar het oude Ajax-terrein achter Pomona. De resultaten werden ook meteen beter. Over de gezelligheid in die tijd schreef de vicevoorzitter uit de beginperiode, A.F. Visser van IJzendoorn: ‘De zin naar gezel- ‘LANG LEVE HET HOCKEY, DE SCHOONSTE SPORT, DIE HIER IN LEIDEN BEOEFEND WORDT!’
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=